De Reünie

Lieve klasgenoot,

Nu we allemaal 75 jaar zijn geworden,
lijkt het ons leuk om elkaar weer eens te zien.
Daarom nodigen we je uit voor een diner
bij Restaurant De Gouden Leeuw in Utrecht,
14 oktober om 19.00 uur.

Ina, Maarten en Betty

Tineke kijkt naar de gouden letters op de roomwitte kaart. Vandaag is het zo ver, ze is bijna klaar. Het adres heeft ze opgezocht: het restaurant ligt heel centraal, dicht bij het station en er is ook genoeg parkeergelegenheid. Hoe zal het zijn om elkaar na bijna 60 jaar weer te ontmoeten?
Het telefoontje van een maand geleden had haar volledig verrast. Ze had een wat beverige stem gehoord, die vroeg of zij Tineke Meijer was. Het was raar om haar meisjesnaam te horen, maar ze was blij verrast toen ze doorhad dat het Betty was, haar hartsvriendin van de middelbare school. Betty had haar opgespoord via internet. Ze hadden nog een tijd gepraat en Betty had haar gevraagd om 14 oktober vrij te houden.
Ze slaat de kaart dicht en kijkt naar de foto op de voorkant. Daar staan ze, op het strand van Katwijk, uitgelaten tieners die tegen elkaar hangen. Dat Betty juist deze foto heeft uitgekozen. Ze is die dag nooit vergeten.

‘Tineke, vangen!’ Met een duik pakte Tineke de strandbal, die haar door Betty werd toegegooid. Ze stonden met z’n tienen in een kring en probeerden de bal van elkaar af te vangen. Voor de voeten van Joop viel Tineke in het warme zand.
‘Gewonnen,’ hijgde ze. Joop trok haar overeind. Het voelde prettig, zijn hand in de hare. Ze durfde niet goed naar zijn blauwe ogen te kijken. Tineke trok haar hand uit zijn hand en zei: ‘Wie heeft er trek in ijs? Ik ga het halen.’ De anderen joelden.
Met een bestelling voor 10 ijsjes ging ze naar de strandtent. Joop liep met haar mee.
‘Wie het eerst bij de strandtent is,’ riep hij, terwijl hij wegrende. Tineke vloog achter hem aan, maar kon Joop niet meer inhalen.
Bij de ingang van de strandtent trok Joop haar mee, naar achteren. Daar pakte hij Tineke vast.
‘Hee Tien,’ zei hij met een zachte stem. Hij boog zijn hoofd voorover. Zachtjes wreef hij met zijn lippen over de hare.
Tineke stond helemaal stil. Ze voelde zich zo blij. Joop, die stoere bink, die haar leuk vond. Dit was precies waar ze al zo lang van had gedroomd. Nog even stonden ze in een warme omhelzing.
‘Kom, we moeten ijs halen,’ zei Tineke. ‘De anderen weten anders niet waar wij blijven.’
‘Zullen we straks samen naar huis rijden? Ik verzin wel een smoes,’ zei Joop. Tineke knikte, ze gaf hem nog snel een zoen op zijn mond en samen gingen ze de strandtent in.
‘Foto!’ riep Betty, toen ze terug waren met de ijsjes. Een voorbijganger maakte de foto van de tien jolige tieners.

Tineke kijkt hoe ze naast Joop op de foto staat. Hun groep van jonge blije mensen. Het is zo lang geleden, maar ze weet nog precies hoe het was gegaan. De derde klas van de hbs, haar middelbare school. Joop en zij hadden achter die strandtent voor het eerst gezoend. Het was het begin van drie jaar verkering. Een heerlijke tijd waar ze zoveel mogelijk bij elkaar waren en ook samen hun schoolwerk deden.
Na het halen van hun diploma was Joop naar Tineke’s vader gegaan om haar hand te vragen. Dat deed je in die tijd, als je met een meisje wilde trouwen: toestemming vragen aan haar vader. Ze hadden allebei niet kunnen voorspellen wat er toen gebeurde. Niet alleen weigerde Tineke’s vader de toestemming, maar hij kondigde ook aan dat ze heel snel gingen verhuizen.
Gehuild had Tineke, gestampvoet. Wilde plannen had ze met Joop gemaakt om weg te lopen naar Gretna Green om daar, net als zoveel verliefde stelletjes, te trouwen. Maar ze hadden allebei niet genoeg geld gehad om de reis naar Schotland te betalen.
Een maand en vele tranen later was het gezin van Tineke verhuisd. Er volgde een periode van elkaar schrijven. Je kunt het je nu haast niet meer voorstellen. Twee keer per week kwam er een lange brief van Joop. Want bellen was duur en er was maar één telefoon in huis, die ook nog eens in de woonkamer stond. Geen privacy om rustig met elkaar te praten.
Door de afstand en de andere bezigheden waren ze uit elkaar gegroeid. Er zat steeds meer tijd tussen de brieven. Niet veel later stopten de brieven van Joop, hij had een meisje leren kennen en vond het voor haar niet eerlijk dat hij nog steeds naar Tineke schreef.
Tineke, op haar beurt, had Michel leren kennen. Een klant, die steeds vaker alleen door haar geholpen wilde worden. Zo was de liefde tussen Joop en haar langzaam maar zeker bekoeld. Tineke had een goed leven met Michel gehad, ze hadden twee kinderen gekregen en nu was ze oma van drie lieve kleindochters. Aan Joop had ze nog af en toe gedacht. Wat zou er gebeurd zijn als hun ouders toestemming hadden gegeven? Hoe zou haar leven gelopen zijn, als die verhuizing er niet tussen was gekomen? Maar lang stond ze daar nooit bij stil, want Michel was altijd goed voor haar geweest.

Kritisch kijkt Tineke nog even in de spiegel, ze wrijft een spoortje lippenstift weg en dan knikt ze naar haar spiegelbeeld. Het kan ermee door, haar haar zit goed, het sjaaltje ligt nonchalant om haar schouders en de jurk is prima. Klaar om te gaan. Ze loopt naar haar auto, blij dat ze niet afhankelijk is van anderen. Het is een half uurtje naar Utrecht. En hoe dichter ze bij de locatie komt, hoe zenuwachtiger ze wordt. Hoe zal het zijn om de anderen te zien? Zal zij ze herkennen? Ze schiet even zenuwachtig in de lach. Op hun leeftijd hebben ze misschien allemaal mummelbekkies met gebitten, gehoorapparaten en rollators. Tineke heeft weleens op een verjaardag gezeten, waar de één na de ander zijn gehoorapparaat uit zijn oor haalde om het te vergelijken met de anderen. Vreselijk.

Ongemerkt is ze in het centrum van Utrecht gekomen. Ze parkeert de auto in een garage en loopt naar het restaurant.
Aan een ober vraagt ze naar Betty de Jong en hij brengt haar naar een ronde tafel. Ze is de laatste. Ook dat nog. En ze herkent helemaal niemand. De moed zakt haar even in de schoenen.
Maar dan wordt zij wel herkend: ‘Tineke!’
‘Raden, wie is wie,’ zegt een vrouw die helemaal in het rood gekleed is. Het is een vraag waar ze niet op zit te wachten. Aarzelend kijkt ze naar de opgetogen gezichten.
‘Betty?’ vraagt Tineke, aan de vrouw in het rode broekpak.
‘Fout! Ik ben Lies. Dat is Betty.’ Lies wijst naar een vrouw in een spijkerjasje.
‘En wie ben ik?’ Twee helder blauwe ogen kijken haar lachend aan.
‘Joop! Jouw ogen zal ik nooit vergeten.’ Tineke gaat gauw op de enige vrije stoel zitten, tussen Joop en Betty in. Ze slaat haar arm om Betty.
‘Wat heerlijk om jou te zien en wat goed dat je ons allemaal gevonden hebt!’ Betty bloost van de waarderende woorden. Ondanks haar moderne kleding ziet ze er breekbaar uit.
‘Ik moest zo vaak terugdenken aan vroeger. En ik dacht, nu het nog kan, wil ik jullie zo graag terugzien. En voor we allemaal in gesprek zijn, wil ik even een toost uitbrengen.’
Betty knikt naar de ober die aankomt met een dienblad met glazen champagne. Als ze allemaal het glas heffen, zegt ze: ‘Ik ben zo blij om jullie allemaal te zien. Op een mooie avond en veel leuke herinneringen. Proost!’
Champagneglazen tikken tegen elkaar, ze nemen allemaal een teug en beginnen als vanzelf te praten. Jaren worden ingehaald met verhalen over hoe hun levens gelopen zijn. Ze tonen foto’s van hun partners, kinderen en kleinkinderen.
Maar ook komen verhalen over school naar boven. Over de valse bommelding toen ze een moeilijke repetitie hadden. Of over de leraar aardrijkskunde die tijdens een uitstapje naar Amsterdam niet meer mee terug ging in de trein en de volgende dag ziek bleek. Maar ook praten ze over Leo en Eefje, die al jong overleden zijn. Wat er met Ferdinand gebeurd is, weet niemand. Er gingen verhalen rond dat hij naar het buitenland was gegaan, maar zeker was dat niet.
Tineke luistert naar de verhalen. Ze kijkt naar de gezichten. Lies, die lacht nog steeds zoals ze vroeger lachte. Uitbundig, waarbij ze haar hoofd naar achter laat vallen. Maarten wrijft net als vroeger over zijn oor, als hij een grap vertelt. Theo met al zijn bravoure en Ina die stil luistert naar alle gesprekken. Langzaam ziet ze in de gezichten van nu, de tieners van toen verschijnen.

Ze zijn al aan het toetje bezig als Betty haar toeknikt: ‘Vertel eens, Tineke. We dachten altijd dat Joop en jij wel zouden trouwen. Maar na het examen was je opeens verdwenen. Wat is er gebeurd?’
Tineke kijkt naar Joop, hij knikt haar toe en dan antwoordt ze Betty: ‘Ik dacht ook dat ik met Joop zou trouwen. Maar onze ouders waren er faliekant op tegen. En je weet hoe het toen ging. Je ging niet tegen je ouders in, maar luisterde, hoe boos je ook was.’
‘Waarom waren jullie ouders erop tegen?’ Ina kijkt vragend naar Joop.
‘Mijn ouders wilden dat ik eerst ging studeren en Tineke’s ouders vonden haar nog te jong.’
Tineke vult aan: ‘En tot overmaat van ramp werd mijn vader overgeplaatst naar Drenthe en ik moest mee. Mijn ouders vonden dat ik genoeg geleerd had en ik moest gaan werken. Vijf jaar heb ik in een bakkerij gewerkt en daar heb ik mijn man ontmoet.’ Ze kijkt naar haar handen en wrijft even over de dubbele ring aan haar rechterhand.
Joop vult aan: ‘We hebben elkaar nog wel geschreven, maar door de afstand en het verzet van onze ouders groeiden we uit elkaar. Tineke werkte in de bakkerij en ik ging rechten studeren: een hele andere wereld. In Leiden heb ik Marga ontmoet en ja, dan wordt alles anders.’
Ze praten nog even over het verschil van vroeger met nu. Hoe het nu makkelijker is om contact te houden met iemand die ver weg woont. Met de berichten op je mobiele telefoon, of elkaar kunnen zien via skype. Maar ook zijn de verhoudingen in de gezinnen nu heel anders. Vroeger deed je wat je ouders je opdroegen. Het was echt een hele andere tijd.

Het is tien uur als de kleindochter van Betty haar oma op komt halen. Ook Ina en Maarten rijden met haar mee. Ze zeggen elkaar allemaal gedag met de belofte om nog een keer bij elkaar te komen.
Joop kijkt Tineke aan: ‘Blijf je nog even? Dan drinken we samen nog iets.’ Ze knikt en zwaait nog een keer naar de anderen die met hun jas aan bij de deur van het restaurant staan.
‘Het was wel gezellig,’ zegt Tineke, nog nagenietend.
‘Ja,’ zegt Joop. ‘Tineke, ik ben zo blij dat ik je weer zie. Ik heb zo vaak aan je gedacht.’
‘Ik ook aan jou, Joop. Ik heb je nooit helemaal kunnen vergeten. Mijn leven met Michel was goed. Maar na zijn overlijden, vier jaar geleden, vroeg ik me steeds vaker af hoe het leven was gegaan als wij niet uit elkaar gedreven zouden zijn. Was jij gelukkig met Marga?’
‘De eerste jaren wel, maar op een gegeven moment waren we allebei veel aan het werk en groeiden we uit elkaar. Marga had een collega die ze steeds leuker begon te vinden en toen zijn we gescheiden.’
‘Het leven kan raar lopen, hè, Joop?’
‘Absoluut. En ik wil je niet nog een keer kwijt raken. Zullen we gauw nog een keer afspreken?’
Ze staan allebei op en Joop slaat zijn armen om Tineke heen. Met een zucht legt ze haar hoofd tegen zijn schouder, net als vroeger, en voelt zich weer even die tiener van toen.

Het is precies een jaar na de reünie. Tineke, in een roomwitte jurk, legt haar hand op de arm van Matthijs, haar zoon, die een grijs pak aan heeft.
‘Weet je het zeker, mam?’ vraagt Matthijs.
‘Heel zeker.’
Ze horen de muziek en Matthijs opent de deur van de Katwijkse strandtent. Langzaam lopen ze tussen familie en vrienden door. Tineke kijkt naar Joop, die haar aan het eind staat op te wachten. De afstand tussen hen wordt met elke stap kleiner en zo overbrugt ze alle verloren jaren.
Als ze vooraan gekomen zijn, pakt Matthijs haar hand en geeft die aan Joop. Dan doet Matthijs een stap opzij.
Samen met Joop luistert ze naar de woorden van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Haar ‘Ja’, klinkt helder door de zaal.
Om zijn ‘Ja, eindelijk!’ moet ze glimlachen en pinkt een traantje weg.
Vijf klasgenoten zijn getuige van hun huwelijk en klappen het hardst van allemaal als de bruidegom eindelijk zijn bruid mag kussen.

12 gedachten over “De Reünie

  1. Thijs

    Wat een mooi en romantisch verhaal en dat vlak voor valentijnsdag! En zoals gewoonlijk leest het voor mij zo makkelijk weg en dat is bij veel andere tekst vaak niet zo. Thx Selma

  2. Annemarie

    Ach, Selma, wat een prachtig verhaal. Ik denk dat we allemaal wel eens aan oude vlammen denken en ons afvragen over het hoe en wat. Fijn dat in jouw verhaal die twee een nieuwe kans hebben gekregen!! Ook denk ik heel bemoedigend voor mensen om te zien dat het leven en de liefde gewoon door gaat en dat je altijd opnieuw kunt beginnen en dat je leeftijd geen excuus hoeft te zijn…..?

  3. Anneke Nieuwenhuizen

    Wat een prachtig geschreven verhaal Selma. Zat er helemaal in, met aan het eind tranen in
    mn ogen. Hopelijk blijf je schrijven want niet iedereen heeft dit talent.

Laat een antwoord achter aan Selma Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.