De schoorsteenveger

Zijn karakteristieke stemgeluid herken ik meteen: ‘Goedenavond, mevrouw Hoste. Vrijdag zijn we weer in de buurt, schikt het u om een uur of 11?’ Natuurlijk schikt het me.
Die vrijdag gaat om kwart over 10 de bel. En hoewel ik heel even denk dat onze jongste zoon blijkbaar vroeger van school is gekomen, zie ik aan het silhouet dat het de schoorsteenveger is. Hij loopt kwiek de trap op, onze huiskamer is op de eerste verdieping. Eén tas in zijn hand en één tas hangt aan zijn schouder. Zijn jas en broek zijn donkerbruin en hij heeft een pet op zijn hoofd.
‘Ja, jongen, je herkent me nog wel van vorig jaar, hè,’ zegt hij tegen onze hond die hem boven aan de trap begroet.
‘Ik ben een beetje vroeg, mevrouw. Maar gelukkig bent u thuis. Oh, ik zie het al, de haard staat nog steeds op dezelfde plek.’
Op mijn vraag wat hij wil drinken, komt het antwoord dat hij elk jaar weer geeft: ‘Een glaasje water, mevrouw. Dank u beleefd.’
Dan gaat hij op zijn knieën voor onze open haard zitten, en pakt de attributen uit zijn tas.
‘Hoe is het met u?’ vraag ik, oprecht gemeend.
‘Weer een jaartje ouder, mevrouw.’
‘Hoe oud bent u nu?’
‘Eén en tachtig, mevrouw.’ Hij kijkt me met zijn vriendelijke ogen verontschuldigend aan, alsof hij zich schaamt dat hij ondertussen zo oud is geworden.
‘En nog steeds kunt u op uw knieën zitten.’
‘Ja, dat gaat nog goed. Ik veeg nog drie dagen in de week en ik tennis ook nog. Zo blijf je soepel.’
‘Hoe is het met uw kleinzoon?’ Sinds vorig jaar weet ik dat hij een gehandicapte kleinzoon heeft, die inmiddels ergens in de dertig is.
‘Ik ga nog elke maandag naar Zwammerdam om met hem te zwemmen, mevrouw.’ Ik durf niet verder te vragen. Vorig jaar vertelde hij dat hij altijd na het zwemmen met zijn kleinzoon naar een caravan ging. Kleinzoon ging dan slapen en hij kon even uitrusten, daarna aten ze samen. Zijn vrouw hielp hem daarmee, want het werd steeds zwaarder. Hij uitte toen zijn twijfels of hij dat nog lang kon volhouden.
Ondertussen wordt onze schoorsteen vakkundig geveegd. De roetdeeltjes vallen op de krant onder het rookkanaal en wat ernaast valt veegt hij netjes weg. Dan schrijft hij een bonnetje voor me uit. We praten nog even over zorgen: hij voor zijn kleinzoon, ik voor mijn moeder.
Hij knikt richting de traplift die we hebben. ‘Is die voor uw moeder? Weet u, je kan nog zoveel vrienden hebben, je hebt maar ene moeder en die moet je in ere houden!’
Ik kan niet anders dan hem gelijk geven.
‘Tot volgend jaar, mevrouw, als we allebei nog in leven zijn, dan spreken we elkaar weer als ik u bel. Veel gezondheid!’ Gek genoeg klinkt het niet luguber, maar heel vertrouwd. Ik doe de deur achter hem dicht. Het zijn dit soort gesprekjes waar ik blij van word. Ik kijk al uit naar volgend jaar: dan spreken we elkaar hopelijk weer.

6 gedachten over “De schoorsteenveger

  1. Hiljonda Koornstra-Hofman

    Wat heb je dat weer mooi verwoord Selma!
    Ik geniet er altijd van. Jammer dat je er zo weinig tijd voor hebt.
    Des te fijner is het als er dan weer iets uit je handen komt. Dank je wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.